Overheidsgebouwen hebben volgens de Europese richtlijn EPBD een voorbeeldfunctie. Daarom moeten nieuwe overheidsgebouwen bij aanvraag van de omgevingsvergunning sinds 1 januari 2019 al aan de BENG-eisen voldoen.
Vergelijk je BENG met de systematiek rondom de EPC, dan zie je dat je binnen BENG voortaan aan maar liefst dríe waarden moet voldoen:
• BENG 1, energiebehoefte – De maximale energiebehoefte in kilowattuur per vierkante meter gebruiksoppervlak (kWh/m2) per jaar.
• BENG 2, primair fossiel energiegebruik – Het maximale primair fossiel energiegebruik in kilowattuur per vierkante meter gebruiksoppervlak (kWh/m2) per jaar.
• BENG 3, aandeel hernieuwbare energie – Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten ten opzichte van het totale energiegebruik.
Alleen al dat laatste element betekent een enorme stap vooruit, want je móet een percentage van de energievraag van je gebouw duurzaam invullen. Daar ontkom je eenvoudigweg met BENG niet aan. Dat deden we tot nu toe vrijwillig, maar wordt nu verplicht. Een slecht renderende schil kon je eerder compenseren met PV-panelen op je dak. Je dient nu de schil voldoende energiezuinig te maken en bovendien een flink percentage van het energieverbruik van je gebouw hernieuwbaar op te wekken.
In 2018 is de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie, de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8800, ontwikkeld. Deze komt in de plaats van NEN 7120, de norm waarmee tot eind 2019 de EPC nog kan worden berekend.
Tal van partijen in de bouw vragen zich momenteel af wanneer ze zich concreet kunnen inwerken op het verplichte BENG. Verwacht wordt dat de software voor het berekenen van BENG na zomer 2019 beschikbaar komt voor de markt.
Om meer inzicht te krijgen is door Archidat specifiek onderzoek gedaan naar de energieprestatieberekeningen aan de hand van de NTA 8800. Dit onderzoek geeft inzicht in de invloed die bouwkundige- en installatietechnische maatregelen hebben op de energievraag van vier verschillende referentiewoningen: tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-een-kapwoning en een vrijstaande woning. (Zie kosteneffectiviteit BENG).
Een aandachtspunt binnen BENG is luchtdicht bouwen. Met luchtdicht bouwen wordt het beperken van de infiltratie bedoeld, ofwel het terugdringen van de onbedoelde luchtlekken.
Naast de warmteweerstand van de schil, de warmtedoorgang van de kozijnen en de koudebruggen, wordt de bouwfysische kwaliteit van de buitenschil beïnvloed door de luchtdichtheid. Door de verhoging van de thermische isolatie wordt de luchtdichtheid van de schil belangrijker.
Uit onderzoek is gebleken dat de luchtlekken bij de referentie-woningen ter plaatse van de kozijnaansluitingen en de dakaansluitingen het grootst zijn. Rondom deze aansluiting ontstaat circa 92% van de totale infiltratie. Het aanpakken van deze luchtlekken zal daarom veel impact hebben op de qv;10 van de gehele woning.
Infiltratie per locatie in procenten
Vloeraansluiting | circa 2% |
Wandaansluiting | circa 6% |
Dakaansluiting | circa 41% |
Kozijnaansluiting | circa 51% |
In totaal bevinden zich in een tussenwoning, uitgevoerd in stapelbouw, bijna 200 m1 aansluitingen die gevoelig zijn voor luchtlekken. De toegepaste bouwmethodiek is uiteindelijk bepalend voor de hoeveelheid luchtlekken. Bij prefab casco´s en gietbouw zijn de luchtlekken beperkt, terwijl bij HSB de meeste maatregelen nodig zijn.
Archidat heeft de kosteneffectiviteit luchtdicht bouwen inzichtelijk gemaakt. (zie Onderzoek kosteneffectiviteit luchtdicht bouwen)
Al in een vroeg stadium moet er rekening gehouden worden met het op de juiste manier ontwerpen van details. Dit om luchtlekken grotendeels te kunnen voorkomen. Keuze is mogelijk uit een breed scala aan producten zoals bijvoorbeeld purschuim (illbruck FM330 Elastic Perfect Foam), compriband (illbruck TP600 illmod 600), tape (illbruck ME350 Vliestape Interieur), Coating (illbruck SP925 Afdichtingscoating) en folies (illbruck ME220 EPDM Folie Exterieur) of een combinatie van deze producten..
Zie ook https://www.illbruck.com/nl_NL/oplossingen/luchtdicht-bouwen/i3-systeem/
De uiteindelijke kosten zijn afhankelijk van de gemaakte keuzes en de betreffende bouwmethodiek.
Overigens is door een flink aantal belangrijke bedrijven uit de bouw- en installatiesector bezwaar gemaakt tegen de nieuwe BENG-eisen. Zij stellen dat deze BENG-eisen geen stap vooruit, maar een stap terug zijn. Zij adviseren het kabinet om nog eens kritisch te kijken naar het voorstel en aanpassingen te doen in BENG 1, zodat de ingezette trend om woningen energie-efficiënter te bouwen wordt voortgezet. De BENG-eisen dienen zodanig te worden aangescherpt dat deze weer in lijn zijn met de oorspronkelijke route naar EPC = 0,2 (op woningniveau).
Ook onderzoekers van TNO en TU Delft delen deze mening. Zij geven aan dat de nieuwe BENG-eisen de goede schilkwaliteit, waaronder een goede luchtdichtheid en het zoveel mogelijk voorkomen van thermische bruggen, niet stimuleren. Juist de eis (BENG 1) die moet zorgen voor de schilkwaliteit is “weinig ambitieus”. Het is belangrijk om te zorgen voor een goede schilkwaliteit van nieuwbouw en innovaties niet te ontmoedigen. Niet alleen in het belang van het milieu, maar ook voor het comfort van de bewoners van deze woningen.
Bron: Archidat Bouwformatie
Whitepaper Onderzoek kosteneffectiviteit bijna energieneutrale gebouwen
Vragen over producten, toepassingen, een project of documentatie. Een illbruck-specialist of bouwkundig adviseur van Tremco CPG staat je graag te woord.
Neem contact opOntdek onze andere kennisartikelen voor meer informatie of neem contact op bij vragen.